Hoofdstuk 3: Politieke stromingen en politieke partijen

3.1 Politieke stromingen: ideologieën

In de 19e eeuw waren er nog geen politieke partijen in Nederland. Wel de drie stromingen die we ook nu nog in de partijen herkennen: de liberale, de socialistische en de confessionele stroming.

De liberalen streven naar vrijheid op persoonlijk en economisch vlak, zijn kapitalistisch ingesteld en willen graag winst maken. Het streven naar vrijheid brengt verdraagzaamheid met zich mee, dit houdt in dat je andersdenkenden dezelfde rechten gunt als jij geniet. De VVD is een liberale partij.

Socialisten nevilleren om de verschillen tussen mensen zo klein mogelijk te maken. Karl Marx was de eerste socialist. Socialisten zijn voor staatsbemoeienis en voor de verzorgingsstaat: een verzoring van de wieg tot het graf. Ze zijn tegen het koningschap. De SP, de PvdA en GroenLinks kun je het beste in deze stroming plaatsen.

Confessie is een ander woord voor godsdienst. Het handelen van de regering moet gebaseerd zijn op de Bijbel. Voorbeelden van confessionele stromingen zijn de SGP, het CDA en de ChristenUnie.

3.2 Links en rechts

Een andere manier om politieke partijen in te delen is het gebruik van 'links' en 'rechts'. Deze termen ontstonden in de 19e eeuw toen de christelijke partijen aan de rechter- en de niet-christelijke partijen aan de linkerkant van de voorzitter zaten. In de 20e eeuw veranderde deze term: 'rechts' is nu conservatief (behoudend), en 'links' is nu progressief (vooruitstrevend).

 

Links

  • Progressief (vooruitstrevend)

  • Revolutionair (zeer grote veranderingen)

  • Willen overheidsinvloed: verzorgingsstaat

  • Gelijkheid en solidariteit belangrijk

  • Opnemen voor zwakken

  • Belasting voor sociale zekerheid

  • Klein leger, veel ontwikkelingshulp

  • Overheid moet samenleving sturen

  • Spreiding kennis, inkomen en macht bevorderd door de overheid

Rechts

  • Conservatief (behoudend)

  • Reactionair (terug willen naar vroeger)

  • Weinig overheidsinvloed

  • Vrijheid en individualiteit het belangrijkste

  • Opnemen voor de beter bedeelden

  • Belasting is hinder voor de vrijheid van de keuze van burgers en het bedrijfsleven

  • Veel geld naar het leger

  • Overheid moet minder invloed uitoefenen

  • Ieder individu is verantwoordelijk voor zijn/haar eigen toekomst.

 

3.3 Politieke partijen

Iedere Nederlander die 18 jaar of ouder is mag een politieke partij oprichten. Hierdoor zijn er in Nederland veel politieke partijen.

Hieronder een overzichtje:

VVD l rechts, liberaal

  • Geen verhoging minimumloon
  • Belastingen verlagen
  • Vrijheid voor ondernemers
  • Minder uitgaven aan collectieve voorzieningen, wel aan defensie!

PvdA l links, socialistisch

  • Streven naar verkleinen van inkomensverschillen
  • Belastingen verhogen
  • Meer invloed werknemers in bedrijven
  • Uitgaven aan collectieve voorzieningen

PVV l rechts, liberaal

  • Anti-islamisering
  • Meer geld naar de zorg
  • Integratie moet worden bekostigd door de nieuwkomers
  • Veiligheid in de samenleving, harde aanpak criminaliteit

CDA l midden, confessioneel

  • Naastenliefde
  • Leven volgens het rentmeesterschap: God heeft zorg voor de aarde aan de mens toevertrouwd. De mens moet de aarde als een rentmeester goed beheren.
  • Huwelijk en gezin zijn belangrijk

SP l links, socialistisch

  • Kleine inkomensverschillen

D66 l midden, sociaal-liberaal

GroenLinks l links, socialistisch

  • milieu is belangrijk

ChristenUnie l socialistisch, confessioneel

SGP l rechts, streng christelijk (confessioneel)

PvdD l links

50Plus partij l links, opkomen voor de ouderen