Hoofdstuk 6: Gemeente en provincie

6.1 Gemeente

Net als het landelijk bestuur heeft ook de gemeente een scheiding van de machten. De Gemeenteraad is de volksvertegenwoordiging en het College van burgemeester en wethouders (College van B&W) vormen het dagelijks bestuur. De wethouders bedenken plannen en voren deze uit. De gemeenteraad moet deze plannen goedkeuren en indien nodig wijzigen. Ook controleert de gemeenteraad of de uitvoering van de wethouder goed is.

De gemeenteraad wordt om de 4 jaar gekozen. Na de verkiezingen wordt er gekeken welke partijen er samen kunnen werken in het College van B&W. De burgemeester wordt voor een periode van 6 jaar door de koning gekozen. Deze taak neemt in de praktijk de minister van Binnenlandse Zaken op zich. 

 

Taken van de gemeente:

  • Bewaren van de orde en veiligheid

  • Bijhouden van het bevolkingsregister

  • Ophalen van het vuilnis

  • Groenvoorziening bijhouden (bomen kappen, perkjes bijknippen, etc.)

  • Verlenen van bouwvergunningen

6.2 Provincie

Elk van de 12 Nederlandse provincies heeft een eigen bestuur. De volksvertegenwoordiging van de de provincie zijn de Provinciale Staten. Het dagelijks bestuur van de provincie wordt gevormd door de Gedeputeerde Staten. De commissaris van de Koning is de voorzitter van de Gedeputeerde Staten

De verkiezingen voor de Provinciale Staten zijn om de 4 jaar. Na de verkiezingen wordt er gekeken welke partijen de Gedeputeerde Staten zullen vormen.

De Commissaris van de Koning wordt door de koning benoemd.

De provincie heeft ook een rol met betrekking tot de Eerste Kamer, want na de provinciale verkiezingen kiezen de Provinciale Staten van alle provincies de leden van de Eerste Kamer.

De belangrijkste taken van de provincie zijn het maken van streekplannen: bepalen hoe de regio moet worden ingericht. Deze plannen worden uiteindelijk door de gemeente gedetailleerder ingevuld.